Page:Hubert - La Torture aux Pays-Bas autrichiens pendant le XVIIIe siècle.djvu/164

Le texte de cette page a été corrigé et est conforme au fac-similé.
160
PIÈCES JUSTIFICATIVES.

47. Dat gy gevangenen met een scherpstekende ende snydende instrument, aen de opgemelde Mevrouwe toegebracht hebt elf verschyde wonden

48. Alle welke wonden de voornaemde Mevrouwe Mathourné gebragt hebben in eenen absolueten doodelyken toestand.

49. Idque in dusdaenigen toestand, in welken nogte de natuer, nogte de konst, het vermogen hadden van de dood, welke door de menigvuldige soo inwendige als uytwendige bloetstortingen veroorsackt is, te konnen afweiren.

50. Dat gy gevangenen, de voornoemde persoonen vermoord hehbende, verschyde van hunne goederen ende effecten hebt gestolen.

51. Ende deselve in uwen oirboir hebt verklaert.

52. Dat gy gevangenen ten uytterste verdagt syt met andere misdaeden te hebben bedreven.

53. Ende want allen het gene voorseyt capitalyk strafbaer is.

Waertoe gevoegt meer andere redenen, middelen ende motiven, die Ued Eerwe ex oficio nobili vel via juris sullen gelieven te voegen ende te suppleeren.

Soo concludere ik, nomine officii, dat gy gevangenen sult hebben verbeurt uw lyf ende goed tot des Hertogs behoef, ende dat ik over u gevangenen sal rechten ende doen rechten soo ende gelyk men over dusdaenige misdaedige schuldig ende gehouden is te doen ; ende in cas van insufficientie van preuve, dat gy gevangenen gewesen sult worden tot scherpere examinatie, ubique cum expensis et misis justitiæ.

Ende protestere ik nomine als voren tegens u gevangenen te blyven op myn geheel over alle verdere mesusen ende delicten, welke gy gevangenen soude hebben bedreven, ende tot nog toe tot mynder kennisse niet syn gekomen, etc.

Onderteekent : Const’ M. M.xxxx
Nanteuil, junior.

[Archives communales d’Anvers. Vierschaerboek der stad Antwerpen van den 4 januar 1776 tot den 28 december 1792, fos 311, 312.]